Drie generaties onder één dak

GROOT TEKORT AAN WONINGEN VEREIST CREATIVITEIT

Huizenmarkt

Er worden te weinig woningen gebouwd en de kans dat er in de nabije toekomst voldoende huizen zullen zijn om iedereen fatsoenlijk te huisvesten, is nagenoeg nihil, zeggen experts. „Om een woning te krijgen, moet je creatief zijn”, zegt econoom Peter Boelhouwer.

Gert van Harskamp | Telegraaf, zaterdag 27 januari 2018

Meerdere generaties in kangoeroewoning

Mehdi Horstmanshoff verkaste vorig jaar met zijn vrouw Pauline, drie kinderen en zijn ouders van de Randstad naar het Gelderse dorp Ulft in de Achterhoek, waar de drie generaties een vrijstaand huis betrokken.

„We wilden wat ruimer wonen, maar betaalbare woningen met buitenruimte zijn er niet in de Randstad. Mijn ouders van 75 en 66 konden heel lastig een seniorenwoning vinden die aan hun wensen voldeed en waar ze langere tijd zelfstandig kunnen wonen. Vorig jaar kwam ik deze woning uit 1899 tegen met twee opgangen en twee afgesloten ruimten en dacht: waarom gaan we niet bij elkaar wonen. Ik ben zelfstandige, dus ben niet gebonden aan de Randstad en mijn ouders kunnen langer zelfstandig blijven wonen.”

Het zogeheten kangoeroewonen waarvoor de familie Horstmanshoff heeft gekozen, is slechts een van de vele creatieve manieren die mensen zoeken om toch nog een huis te krijgen. Zonder die creativiteit is het onmogelijk om iedereen nog te huisvesten, zeggen woningmarktdeskundigen. Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, omarmt initiatieven zoals familie Horstmanshoff heeft ondernomen. „Je moet je echt afvragen of je nog in de stad of de Randstad wilt wonen. De ruimte is te beperkt en er wordt veel te weinig gebouwd.”

CBS: Woningbouwproductie

Afgelopen jaar zijn er 62.000 woningen bij gekomen, blijkt uit gisteren gepresenteerde cijfers door het CBS. Dat is 14 procent meer dan in 2016 en het hoogste aantal in acht jaar. Maar de productie blijft ver achter bij de 100.000 woningen per jaar die overheden, kennisinstituten en bouwers met elkaar hebben afgesproken in de Bouwagenda, waarmee er in 2025 nog steeds een ’acceptabel’ tekort van 100.000 huizen is.

„Je hebt een bouwproductie nodig die lijkt op de wederopbouw om nog de doelstellingen te halen”, zegt Boelhouwer. „Maar als ik naar het aantal afgeleverde bouwvergunningen kijk, gaat dat niet gebeuren. We moeten naar heel andere oplossingen kijken. Grote woningen in de stad moeten we bijvoorbeeld opdelen in meerdere huizen. Dat kan ook, we krijgen namelijk steeds meer eenpersoonshuishoudens.”

In Amsterdam zijn ’friends-woningen’ gerealiseerd: studentenwoningen voor niet-studenten.

Breda heeft met zijn twee grote hbo-onderwijsinstellingen een grote jonge bevolking en heel veel moeite die jonge mensen te huisvesten nadat zij zijn afgestudeerd. De gemeente heeft een plan ontwikkeld van kleine prefabwoningen met een maandhuur van € 450 voor één- en tweepersoonshuishoudens.

Een huis kopen door jonge mensen

„Voor jonge mensen is een huis niet te betalen”, zegt woonpionier Jelte Glas (32), die werkzaam is als installateur in vloerisolatie. „Ik heb jongens in mijn voetbalteam die 1400 euro per maand moeten betalen. Dat is drie dagen per week werken voor een huis. Dat vind ik niet normaal als je jong bent.”

Glas woont zelf afwisselend anti-kraak in een sloopwoning in Utrecht en een zelfgebouwd klein houten huis, een tiny house. „Je kunt overal wonen, ook in een varkensstal”, zegt Glas. „Ik heb plannen ontworpen om tijdelijke woningen te realiseren in oude fabriekshallen, kantoorpanden of leegstaande stallen. Met dat plan ga ik bij gemeenten langs. Dat zijn woningen voor jonge mensen die zich niet direct ergens willen binden, een soort woonnomaden. Heel veel jongeren zijn dat.”

Het woningtekort wordt het hardst gevoeld onder senioren en jonge mensen, weet Boelhouwer. Senioren ervaren door de vergrijzing en de trend dat ouderen langer op zichzelf wonen, een enorme druk op de huizenmarkt. Voor jongeren zijn de huizen simpelweg te schaars en te duur.

„Jonge mensen moeten zich op hun achttiende daarom direct inschrijven bij een woningcorporatie, zodat zij na enkele jaren misschien een woning kunnen krijgen”, aldus Boelhouwer. „Willen mensen in de stad wonen, dan moeten ze hun eisen naar beneden bijstellen. Ook moeten meer woningen gedeeld worden.”

Woningvoordeel door delen

Familie Horstmanshoff maakt van het delen juist een voordeel. „Als mijn vrouw en ik aan het werk zijn, is er op kleine afstand toch toezicht en een aanspreekpunt voor de kinderen”, zegt Mehdi Horstmanshoff. „Wij kunnen vervolgens weer de boodschappen voor mijn vader en moeder doen.”

Met dank aan financieel verslaggever Gert van Harskamp en fotograaf Sjef Prins van APA – Arnhems Persagentschap. Het Telegraafartikel vindt u hier.

MultiMedialist – contact

Geef een reactie